Zo ontdek je welke sport bij je kind van 6 tot 10 jaar past

Sporten, we weten allemaal hoe belangrijk en gezond het is. En als je een sport vindt die bij je past, maakt dat sporten ook ongelooflijk leuk en lekker. Voor bewegen en sporten geldt over het algemeen: hoe jonger je ermee begint, hoe beter.

Sommige kinderen lijken voorbestemd voor een bepaalde sport. Bijvoorbeeld omdat ze bij elke bal de onweerstaanbare drang voelen om er tegenaan te trappen. Of omdat ieder muurtje de perfecte plek is om die handstand te oefenen.

Bij andere kinderen duurt de zoektocht naar een sport waar ze helemaal blij van worden wat langer. Dan is het fijn als jij als ouder je kind kunt helpen. We leggen je uit hoe je je kind het beste bij dit proces begeleidt en schijnen ons licht op het belang van sporten.

Een kind tussen de 6 en 10 jaar zet lichamelijk en motorisch grote stappen. De spieren zijn in deze periode in volle groei en ontwikkeling. Door de toename in spierkracht en de verbetering van de motoriek en coördinatie gaan bewegingen steeds makkelijker en gecontroleerder. Probeer maar eens een bal over te gooien met je kind. Grote kans dat het nu veel makkelijker gaat dan een jaar of twee geleden.

Hoewel ontwikkelingen soms vanzelf lijken te gaan, is voldoende beweging en sport heel belangrijk. Sport versterkt spieren en botten, helpt bij het behouden van een gezond gewicht en stimuleert motorische vaardigheden zoals rennen, springen, vangen en werpen. Die vaardigheden zijn essentieel voor de algehele coördinatie en het evenwicht van je kind.

Sport biedt nog veel meer voordelen voor kinderen in de leeftijdscategorie 6 tot 10 jaar. We hebben de belangrijkste voordelen voor je op een rijtje gezet.

Sport heeft overigens niet alleen positieve effecten op het lichaam. Zo doe je er ervaringen mee op met leeftijdsgenoten, sluit je nieuwe vriendschappen en bevordert sport het zelfvertrouwen.

Sommige kinderen weten al vanaf heel jonge leeftijd welke sport het beste bij ze past. Maar de meeste kinderen hebben wat langer nodig om een sport te vinden waar hun hart niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk sneller van gaat kloppen. In dat proces heeft je kind de ruimte nodig om dingen te proberen. Het is daarbij altijd goed om te bekijken welke behoefte je kind heeft en welke sporten daar een positieve bijdrage aan kunnen leveren.

Uit onderzoek blijkt dat het voor het zelfvertrouwen van je kind goed is als hij of zij zich aansluit bij een sportclub. Welke sport dat is, maakt daarin eigenlijk niet zoveel uit. Plezier is het belangrijkste. Als je kind de sport met plezier beoefent en zich prettig voelt bij de sportclub, dan draagt het bij aan het zelfvertrouwen.

Elke sport heeft positieve effecten. Maar welke dat zijn, verschilt per sport. Teamsporten als voetbal, basketbal en hockey stimuleren de sociale vaardigheden. Ze leren je samenwerken en communiceren. Ook zijn het sporten waarbij je relatief makkelijk vrienden maakt. Individuele sporten als atletiek of zwemmen zijn dan weer heel effectief voor de persoonlijke ontwikkeling, het stellen van doelen en de zelfdiscipline. Voor kinderen die wat steviger in hun schoenen willen staan, zijn sporten als dans, judo en andere vechtsporten heel nuttig.

Er zijn tegenwoordig tal van sporten om uit te kiezen. Vroeger werden we beperkt tot bekendere sporten als voetbal, tennis en hockey. Tegenwoordig behoren ook Bossaball, Artistic Roller Skating, Ultimate Frisbee en nog heel veel andere sporten die je misschien nog niet kent tot de mogelijkheden. Dat is natuurlijk heel leuk, maar het maakt kiezen ook best lastig. Gelukkig kan je als ouder een handje helpen bij het vinden van de juiste sport.

Het kan helpen om langs te gaan bij de verschillende sportclubs in de regio. De meeste bieden proeflessen of -trainingen aan. En op Youtube zijn er heel veel video’s waarin minder bekende sporten met elkaar worden vergeleken. Dat is een leuke manier om er samen achter te komen welke mogelijkheden er zijn.

Ga het gesprek met je kind aan om erachter te komen waar de drang om zoveel sporten te beoefenen vandaan komt. Als het is omdat ze het leuk vinden en graag veel sociaal contact hebben, kun je samen op zoek gaan naar andere manieren om deze behoeften te vervullen. Bijvoorbeeld door lekker veel buiten te spelen.

Ook als het je kind niet lukt om een sport leuk te blijven vinden, is het belangrijkste advies: ga het gesprek aan. Samen, of met de trainer erbij. Probeer erachter te komen wat de reden is dat je kind het plezier telkens verliest. Zeker voor teamsporten geldt dat er sociale druk bij komt kijken. Misschien vindt je kind de sport wel leuk, maar moet het nog wennen aan het sporten met anderen en rekening houden met anderen. Dat zijn leerzame ervaringen. Maar het kan ook zijn dat je kind niet de energie heeft om te sporten. Dan kan het helpen om het gesprek aan te gaan met school of het voedingspatroon van je kind onder de loep te nemen. En natuurlijk is het ook goed om je kind aan te moedigen om niet te snel op te geven. Niet alles is altijd alleen maar leuk, en doorzetten kan soms helpen.